Juridisch adviseur dient klacht in tegen de burgemeester van Veere


Aan de gemeenteraad van Veere

T.a.v. de heer mr. J.C. Waverijn (Raadsgriffier)

Geachte raad,

Bijgevoegd, ter kennisneming door uw raad, is een kopie van de klacht die ik heb ingediend tegen de voorzitter van uw raad, burgemeester drs. R.J. van der Zwaag (Bijlage 1). De inhoud daarvan is deels te beschouwen – als een nabrander zogezegd – van wat ik maar zal noemen: “de kwestie Melse”. De inhoud van de klacht zal voor zich spreken. Niettemin merk ik op, dat waar ik de burgemeester verwijt zich onvoldoende rekenschap te geven en te hebben gegeven van de verplichtingen die voor hem zijn neergelegd in artikel 170 van de Gemeentewet 1), ik ook heb gedoeld op het onbehandeld laten van de in kopie hierbij gevoegde klacht tegen toenmalig wethouder J. Melse (“Melse”) (Bijlage 2).

Ik heb me overigens eerlijk gezegd niet eens zo heel erg verbaasd over het feit, dat uw raad de burgemeester in de discussie over de bestuurlijke integriteit waartoe de kwestie Melse de aanstoot vormde, niet echt “het vuur aan de schenen heeft gelegd” over zijn rol in die kwestie. Immers, in bestuurlijk Zeeland (b)lijkt niet “benoemen” maar “verbloemen” de bon ton te zijn.

Illustratief wat dat aangaat, is de brief van college van burgemeester en wethouders (“het college”) van 29 mei 2018 met kenmerk /18U.02173, gezonden aan de Stichting Leefbaarheid Kom Domburg, welke brief bij uw raad bekend is. De beantwoording daarin van de eerste van de vier vragen die het bestuur daarvan aan het college had gesteld is immers opvallend terughoudend. Althans heeft daaraan n.m.m. onterecht ontbroken een explicatie over de opstelling van de burgemeester bij de stemming op 9 januari 2018, leidende tot het besluit van het college om een omgevingsvergunning 1e fase te verlenen voor het realiseren van een hotelcomplex ter plaatse van het huidige (voormalige) KPN-gebouw in Domburg. Welk besluit inmiddels door een groot aantal zowel betrokken als bezorgde inwoners van Domburg, in een bestuursrechtelijke procedure wordt aangevochten.

Door het ontbreken van die explicatie is onduidelijk, wat de burgemeester er toe heeft gebracht (om niet te zeggen: wat hem heeft bezield) om de wethouder niet af te doen zien van deelname aan die stemming. En waarom hijzelf aan die stemming heeft deelgenomen en waarom hij klaarblijkelijk hoe dan ook niet heeft gepoogd, die stemming op dat moment niet door te laten gaan. Dit nu vast staat, dat hij in ieder geval op 20 december 2017 al kennis had genomen van mijn aantijgingen aan het adres van Melse en van de bewijsstukken ter staving daarvan.

Overigens vormt de door mij gehekelde bestuurlijke mores in het Zeeuwse waarschijnlijk ook de verklaring voor het feit, dat het college – dat in zijn nieuwe samenstelling en dus nog zeer energiek met welhaast verdubbelde inzet met mij en clienten van mijn kantoor de strijd blijft zoeken – aan mij nog immer geen inzage heeft verschaft in bepaalde dossiers. Om die inzage heb ik gevraagd om te bezien, of kans van slagen heeft een in voorbereiding zijnde aangifte tegen Melse en medewerkers van de gemeente Veere, wegens het vermoeden dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan diverse ambtsmisdrijven en valsheid in geschriften.

Tot slot kan ik u melden, dat bij de Nationale Ombudsman inmiddels een klacht aanhangig is tegen Commissaris van de Koning in Zeeland, de heer drs. J.M.M. Polman, aangaande diens in mijn ogen eveneens tekortschietende taakopvatting, waarvan hij in de kwestie Melse blijk heeft gegeven. Ook hij blijkt er moeite mee te hebben dat anderen hem de maat (willen) nemen.

Ik verzoek u om aan mij de ontvangst van dit schrijven schriftelijk te bevestigen zoals gebruikelijk.

 

Hoogachtend,

 

A.H. (Bram) van Leeuwen

Van Leeuwen Advies

 

1)

 

1             De burgemeester ziet toe op:

  1. een tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het gemeentelijk beleid en van de daaruit voortvloeiende besluiten, alsmede op een goede afstemming tussen degenen die bij die voorbereiding, vaststelling en uitvoering zijn betrokken;
  2. een goede samenwerking van de gemeente met andere gemeenten en andere overheden;
  3. de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie;
  4. een zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften;
  5. een zorgvuldige behandeling van klachten door het gemeentebestuur.

2              De burgemeester bevordert de bestuurlijke integriteit van de gemeente.

3              De burgemeester bevordert overigens een goede behartiging van de gemeentelijke aangelegenheden.

 

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *